Historie

Wie was Menno van Coehoorn?

Menno van Coehoorn

Menno van Coehoorn (1641-1704) is een van de meest veelzijdige militairen uit de Nederlandse geschiedenis.
Hoewel hij ook als infanterist en troepencommandant zijn sporen heeft verdiend, is hij vooral bekend geworden als vestingbouwkundige. Op basis van zijn praktijkervaringen ontwikkelde hij een nieuw bouwconcept. Dit Nieuw-Nederlandse Stelsel werd vanaf het eind van de zeventiende eeuw en deels nog onder zijn leiding op grote schaal toegepast. Verder bouwde hij dankzij verschillende succesvolle belegeringen een grote reputatie op. Zijn belangrijkste wapenfeit is de verovering van Namen in 1695. Uit waardering hiervoor werd hij tot luitenant-generaal bevorderd en kreeg hij de titel van baron.
Coehoorn is tevens de uitvinder van een kleine mortier, die in 1702 in de bewapening kwam en door twee man te dragen was. Door de massale inzet van dit geschut werd bij de bestorming van een vesting de vuurkracht aanzienlijk verhoogd. De Coehoornmortier is tot in de twintigste eeuw bij het leger in gebruik gebleven.

De Stichting Menno van Coehoorn: ontstaan, doelstelling en activiteiten

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de werkgroep, die zich al vanaf 1926 inzette voor het behoud van de met sloop bedreigde vestingen Naarden en Willemstad, de naam koos van Neerlands grootste vestingbouwer: Menno van Coehoorn.
In 1932 kwam uit de werkgroep een stichting voort, die zich al meer dan zeventig jaar beijvert voor het behoud van voormalige Nederlandse verdedigingswerken en momenteel zo’n 800 begunstigers en donateurs telt. Van dit aantal zijn er ongeveer 100 als onbetaalde vrijwilliger actief om op allerlei manieren de doelstellingen uit te dragen.

Acties voor het behoud van waardevolle onderdelen van onze militaire bouwhistorie zijn nooit solo inspanningen, maar vergen samenwerking met gelijkgezinde organisaties. In de loop der jaren heeft de Stichting Menno van Coehoorn, dikwijls met steeds andere partners, een groot aantal bouwwerken voor het nageslacht weten te behouden. Doorgaans gebeurde dit door voor deze objecten de monumentenstatus te verwerven.

Geslaagde voorbeelden van dit soort acties zijn het behoud van het Fort bij Rijnauwen bij Bunnik en de plaatsing op de monumentenlijst van betonkazematten uit het Interbellum. Bij dit laatste gaat het onder meer om de nog resterende brugkazematten bij rivierovergangen en een reeks kleinere werken aan de Maas bij Cuyck. De stichting heeft bovendien een belangrijke bijdrage geleverd aan plaatsing van de Stelling van Amsterdam op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO in 1996. Momenteel ondersteunt zij op velerlei manieren het streven om de Nieuwe Hollandse Waterlinie een beter beschermde positie te geven.