De stichting wordt bestuurd door het Algemeen Bestuur dat de voorbereiding en de uitvoering van het beleid heeft gedelegeerd aan het Dagelijks Bestuur. De bestuursleden zijn onbezoldigd.
Samenstelling Algemeen Bestuur
drs. O.F. (Oscar) Hefting, Voorzitter*
E.N. (Evert) Westerhuis, Vice-voorzitter*
H.D.J. (Eric-Jan) Broeken, Secretaris*
vacant, Tweede Secretaris*
A. (Alinda) Driesen, Penningmeester*
M.W.(Mark) Littel, Tweede Penningmeester*
drs. H.M. (Henk) van den Boomgaard, Voorzitter Redactie Commissie
ing. J. (Jurrie) de Vos, Voorzitter Monumenten Advies Commissie
R. (Raphaël) Smid, Voorzitter Commissie Excursies en Evenementen
drs. ing. T. (Teun) de Kruijf (a.i.), Voorzitter Studie Commissie
dr. ing. A.J. (Hans) Bonke (a.i.), Voorzitter Commissie Overzeese Werken
* vormen het Dagelijks Bestuur
Vanuit de doelstelling van de stichting geeft het bestuur prioriteit aan:
- het geven van voorlichting en het verzorgen van publicaties over de militair- en andere cultuurhistorische aspecten van verdedigingswerken en andere militaire objecten;
- het ijveren voor een planologische en/of wettelijke bescherming van voormalige verdedigingswerken op basis van de Wet ruimtelijke ordening, respectievelijk de Monumentenwet 1988, de Natuurbeschermingswet en de Wet algemene bepaling omgevingswercht (Wabo);
- het bevorderen van een adequaat beheer en een passend (her-)gebruik van voormalige verdedigingswerken.
In het beleidsplan voor de komende jaren, zijn onder andere de volgende beleidsvoornemens opgenomen:
- de stichting zal zich (blijven) inzetten voor nieuwe wetgeving met het oog op de wettelijke bescherming van het landschap en een integrale planologische planvorming waarbij de cultuurhistorie een volwaardige plaats inneemt. De nominatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en de planologisch bescherming van de tot de linie behorende objecten vormen hierbij de speerpunt. Dit laatste geldt ook voor de Stelling van Amsterdam.
- op landelijk niveau zal de stichting ijveren voor toekenning van voldoende middelen aan de lagere overheden tot instandhouding van (militair) cultureel erfgoed.
- meer dan voorheen, zal aandacht worden geschonken aan de verdedigingswerken uit de twintigste eeuw.
- ook het militair culturele erfgoed met een Nederlandse herkomst in het buitenland zal meer aandacht krijgen.
- de opbouw van kennis en ervaring wordt voortgezet. De stichting zal zich verder ontwikkelen als kenniscentrum op vestingbouwkundig gebied. Het verbeteren van de toegankelijkheid van de beschikbare gegevens en de vulling van een objectenregistratiesysteem krijgen een hoge prioriteit. Dit geldt eveneens ten aanzien van het opbouwen van deskundigheid met betrekking tot subsidies voor de instandhouding van objecten.